Vanaf het moment dat u een bijstandsuitkering of inkomensvoorziening ouderen aanvraagt, heeft u plichten.
Hierna worden uw plichten beschreven en de mogelijke gevolgen als u ze niet nakomt:
Vraagt u bijstand aan? Dan hebben de gemeente en/of het UWV informatie van u nodig. Daarmee bepaalt zij of u recht heeft op bijstand. En op hoeveel. Daarom moet u de gemeente alles laten weten wat daarvoor belangrijk kan zijn. Ook als u de uitkering al krijgt. Dat is de inlichtingenplicht.
Uw privacy
Bij informatie die belangrijk is voor uw uitkering heeft u geen zwijgrecht of recht op privacy. Maar de inlichtingenplicht heeft wel invloed op uw privéleven. En daar moet de gemeente rekening mee houden.
Wat moet u bijvoorbeeld laten weten? |
Voor de laatste vier veranderingen moet u misschien zelfs toestemming vragen. De gemeente bekijkt dan eerst of u nog wel aan uw arbeidsplicht kunt voldoen. Of u toestemming moet vragen, hoort u als u zo’n verandering laat weten bij de gemeente. De toestemming krijgt u daarna in een brief |
Hoe en wanneer laat u veranderingen weten?
U kunt bij uw gemeente vragen hoe dat in uw woonplaats gaat. Meestal moet u elke maand een vragenformulier invullen. Bijvoorbeeld een Rofje (rechtmatigheids-onderzoeks-formuliertje) of een inkomstenverklaring. Soms bepaalt de gemeente dat u dit niet hoeft.
De gemeente bepaalt wanneer en hoe u de inlichtingen moet verstrekken:
Regels van ISD Brabantse Wal
Onderstaande regels gelden voor de gemeenten Bergen op Zoom, Steenbergen en Woensdrecht.
Ontvangt u bijstand, dan moet u de gemeente alle informatie en wijzigingen doorgeven die van belang zijn voor uw recht op en de hoogte van de bijstand. U kunt deze wijziging vooraf doorgeven, maar u moet deze doorgeven binnen 28 kalenderdagen nadat de wijziging heeft plaatsgevonden. Inwoners van de gemeente Bergen op Zoom kunnen dat digitaal doen door hier te klikken.
Inwoners van de gemeenten Steenbergen en Woensdrecht kunnen dat digitaal doen door hier te klikken. In onderstaande tabel staat welke veranderingen en welke stukken u in ieder geval moet melden:
Welke wijzigingen moet u melden: |
Welke bewijsstukken meesturen: |
Leef- en gezinssituatie |
|
Ik ga scheiden / mijn samenwoningrelatie eindigt |
Naam advocaat, voorlopige echtscheidingsconvenant (indien aanwezig) |
Ik ga samenwonen |
|
Ik heb een kind / pleegkind gekregen |
Pleegkind: Toewijzingsdocument |
Mijn medebewoner wordt 21 jaar en volgt onderwijs/opleiding |
|
Mijn medebewoner wordt 21 jaar en volgt geen onderwijs/opleiding |
|
Mijn kind of medebewoner is 21 jaar of ouder en gaat studeren |
|
Mijn kind of medebewoner is 21 jaar of ouder en stopt met zijn/haar studie |
|
Ik word co-ouder / mijn co-oudercontract wijzigt |
Co-ouderschapscontract |
Woonsituatie |
|
Ik ga bij iemand inwonen |
Datum inschrijving bevolkingsregister is leidend voor de datum waarop de wijziging ingaat. Als dit anders is, moet u dit zelf aantonen (bijv. kopie van de huurovereenkomst meesturen) |
Ik ga een kamer huren/ verhuren |
Idem |
Ik ga kostgeld betalen/ ontvangen |
Idem |
Een of meerdere personen (ook kinderen en andere familieleden) komt/komen bij mij inwonen |
Idem |
Een of meerdere medebewoners (ook kinderen en andere familieleden) is/zijn vertrokken naar een ander adres |
Idem |
Ik ben (tijdelijk) opgenomen / word ontslagen in een inrichting, ziekenhuis of instelling |
Opnamebrief / (verwachte) duur van opname |
Ik ben of word geplaatst in detentie |
Brief justitie met duur detentie |
Een medebewoner is overleden |
|
Werk en inkomen |
|
Ik heb inkomsten uit arbeid |
Arbeid- of uitzend- overeenkomst |
Mijn partner heeft inkomsten uit arbeid |
Arbeid- of uitzend- overeenkomst |
Ik/mijn partner heb/heeft inkomsten als zelfstandige |
|
Ik heb inkomsten uit alimentatie of deze zijn gewijzigd |
Rechterlijke uitspraak of ontvangstbewijs alimentatie |
Ik heb andere inkomsten (b.v. pensioen, studiefinanciering e.d.) |
Uitkeringsspecificatie |
De inkomsten, die op de uitkering worden gekort, zijn gewijzigd
Einde werk/inkomsten uit arbeid |
Uitkeringsspecificatie
Ontslagbewijs/ Verklaring waaruit reden van einde werk/urenvermindering blijkt |
Een rechter heeft uitspraak gedaan (in bezwaar of beroep) met financiële gevolgen |
Rechterlijke uitspraak |
Ik heb een belastingteruggave ontvangen |
Aanslag belastingdienst |
Ik heb een belastingaanslag ontvangen |
Aanslag belastingdienst |
Vermogen en bezittingen |
|
Ik/mijn partner/mijn minderjarige kinderen heb(ben) vermogen (geld of goederen) ontvangen (b.v. in de vorm van een erfenis, schenking, schadevergoeding, loterij etc.) |
Rechterlijke uitspraak/akte notaris/ontvangstbewijs prijzengeld |
Ik heb een motorvoertuig gekocht/verkocht |
Kopie kentekenbewijs/bewijs van vrijwaring |
Ik heb een spaarrekening geopend |
Rekeningnummer |
Ik heb een spaarrekening opgezegd |
Rekeningnummer |
Contact- en betaalgegevens |
|
Mijn email adres is gewijzigd |
|
Mijn telefoonnummer is gewijzigd |
|
Mijn bankrekening is gewijzigd |
Kopie bankpas |
Mijn financiële zaken worden beheert door een derde (bewindvoerder/mentor/curator) |
Brief bewindvoerder/mentor/curator |
Het beheer van mijn financiële zaken wijzigt |
Brief bewindvoerder/mentor/curator |
Overige wijzigingen |
|
Ik ga vrijwilligerswerk doen of ik stop met deze werkzaamheden |
|
Mijn verblijfsstatus wijzigt |
|
Andere wijziging |
|
Laatst bijgewerkt op 14-11-2023
Het kan ook zo zijn dat u vrijgesteld bent van het per maand verstrekken van inlichtingen aan de gemeente:
Regels van ISD Brabantse Wal
De volgende categorieën mensen moeten in ieder geval maandelijks een statusformulier inleveren:
- U wilt een beroep doen op bijstand en u heeft wisselende inkomsten
- U wilt een beroep doen op bijstand en u bent dak-en/of thuisloos.
Laatst bijgewerkt op 31-05-2017
Bewijs voor uw informatie bij de bijstandsaanvraag
De informatie die u de gemeente geeft, moet u ook bewijzen. Bijvoorbeeld met een bankafschrift, of de afwijzing van uw WW-aanvraag.
Vraagt u bijstand aan, en heeft u op dat moment nog niet alle bewijzen? Dan mag u ze later inleveren. Daarvoor krijgt u een bepaalde periode de tijd. Dat is de aanvultermijn.
Houdt u zich niet aan de inlichtingenplicht?
Geeft u de gemeente niet alle informatie? Of laat u veranderingen niet meteen weten?
- Als u de uitkering alleen nog heeft aangevraagd, kan de gemeente uw aanvraag niet behandelen. Of uw aanvraag wordt afgewezen. En dan krijgt u geen uitkering.
- Als u een uitkering heeft, kan de gemeente die opschorten. Dat betekent dat u tijdelijk geen uitkering krijgt. U kunt ook een boete krijgen. Heeft u te veel bijstand gekregen, doordat u zich niet aan de inlichtingenplicht hield? Dan moet u dat aan de gemeente terugbetalen.
Met een uitkering bent u verplicht mee te werken als de gemeente dat vraagt. Bijvoorbeeld met:
- een heronderzoek. Dit is een onderzoek om te kijken of u nog steeds recht heeft op bijstand;
- een onderzoek naar uw kansen om werk te vinden;
- een re-integratietraject dat u helpt om snel (weer) werk te vinden;
- een onderzoek bij een arts, als de gemeente medisch advies over u nodig heeft;
- een huisbezoek bij u thuis;
- een onderzoek om te kijken of u zich aan de inlichtingenplicht houdt;
- een onderzoek, als de gemeente denkt dat er fraude is gepleegd;
- een onderzoek als uw uitkering stopt: het beëindigingsonderzoek.
Werkt u niet mee? Dan kan de gemeente uw uitkering opschorten. Dat betekent dat u een tijdje geen uitkering krijgt. Of misschien verlaagt de gemeente uw uitkering. Waarschijnlijk gaat zij dan ook een heronderzoek doen.
Met een uitkering bent u verplicht om betaald werk aan te nemen, als u dat kunt krijgen. Dat is de arbeidsplicht.
Kunt u betaald werk krijgen? Maar past dat niet bij uw opleiding en ervaring? Of bij uw wensen? Dan moet u dat werk toch aannemen. Dat geldt ook voor werk met meer of minder uren dan u eerst werkte of met een lagere beloning. Of als het bijvoorbeeld tijdelijk werk of een uitzendbaan is.
Alleen werk dat in onze samenleving niet algemeen geaccepteerd wordt mag u weigeren. Bijvoorbeeld een baan in de prostitutie.
Voor wie geldt de arbeidsplicht?
Bent u 18 jaar of ouder en nog niet met pensioen? Dan geldt de arbeidsplicht voor u vanaf het moment dat u een bijstandsuitkering aanvraagt. Soms beslist de gemeente dat de arbeidsplicht voor u niet geldt.
Als u jonger bent dan 27 jaar, bent u allereerst verplicht om een opleiding te zoeken.
Verplichtingen bij de arbeidsplicht
- U schrijft zich in bij het UWV. Dat kan via de website.
- U moet alles doen (of juist niet doen) wat u kunt om betaald werk te vinden. En te houden.
- Bent u jonger dan 27? Dan moet u meewerken aan het maken, uitvoeren en nabespreken van een plan van aanpak. In het plan van aanpak staat bijvoorbeeld:
- wat u met uw consulent bij de gemeente afspreekt om snel werk te vinden;
- uw re-integratietraject, of andere hulp vanuit de gemeente om snel werk te vinden;
- wat er gebeurt, als u zich niet aan het plan van aanpak houdt.
- Soms bepaalt de gemeente dat u een tijdje onbetaald, nuttig werk voor de samenleving moet doen. Daarmee doet u iets terug voor uw uitkering. Dit is de tegenprestatie.
Soms krijgt u extra verplichtingen van de gemeente
De gemeente geeft u soms nog extra verplichtingen om te zorgen dat u bijvoorbeeld:
- meer kans krijgt om werk te vinden;
- minder of geen bijstand meer nodig heeft;
- zo snel mogelijk het doel bereikt, waarvoor u uw uitkering krijgt.
U hoeft (tijdelijk) geen werk aan te nemen
Heeft de gemeente u (gedeeltelijk) vrijstelling van de arbeidsplicht gegeven? Dan hoeft u geen werk aan te nemen. Of maar voor een deel van de werkweek.
Meestal is dat tijdelijk. En heeft u wél de re-integratieplicht. U moet namelijk zorgen dat u ná uw vrijstelling meer kans heeft op werk.
Houdt u zich niet aan de afspraken die u hierover met de gemeente heeft gemaakt? Dan verlaagt de gemeente misschien tijdelijk uw uitkering. En de gemeente kan uw vrijstelling intrekken. Dat betekent dat u dan toch naar werk moet zoeken.
De gemeente heeft hierover onderstaande bepaald:
Regels van ISD Brabantse Wal
Als u verplichtingen die voor u gelden niet bent nagekomen, dan kan de gemeente uw uitkering verlagen. In sommige gevallen kan de gemeente besluiten om af te zien van het opleggen van een verlaging of het geven van een waarschuwing in plaats van een verlaging. Het kan ook zo zijn dat de gemeente in sommige gevallen afwijkt van de hieronder genoemde verlagingen.
De gemeente kan uw uitkering als volgt verlagen:
Verplichtingen met betrekking tot de arbeidsinschakeling | |
Eerste categorie
|
10% van de bijstandsnorm tijdens 1 maand |
Tweede categorie
|
30% van de bijstandsnorm tijdens 1 maand |
Derde categorie
|
40% van de bijstandsnorm tijdens 1 maand |
Vierde categorie
|
100% van de bijstandsnorm tijdens 1 maand |
Vijfde categorie
|
100% van de bijstandsnorm tijdens 1 maand |
Overige gedragingen | |
U bent een verplichting als bedoeld in artikel 57 Participatiewet niet of onvoldoende nagekomen, zoals medewerking verlenen aan budgettering. |
30% van de bijstandsnorm tijdens 1 maand |
U bent de opgelegde verplichting om mee te werken aan de vestiging van het recht van pand of hypotheek als meerdere zekerheid voor terugbetaling van bijstand in de vorm van een geldlening niet nagekomen. |
100% van de bijstandsnorm tijdens 1 maand |
U als zelfstandige bijstand ontvangt en niet naar behoren een administratie voert dan wel een opgelegde verplichting ter bevordering van een doelmatige bedrijfs- of beroepsuitoefening niet dan wel in onvoldoende mate nakomt. |
40% van de bijstandsnorm tijdens 1 maand
|
Als u tekortschietend besef van verantwoordelijkheid voor de voorziening in het bestaan heeft betoond, dan legt de gemeente een maatregel op over de periode dat u als gevolg van uw gedrag eerder of langer dan wel een groter beroep op bijstand moet doen.
|
|
Als u zich zeer ernstig misdraagt tegenover personen en instanties die belast zijn met de uitvoering van de Participatiewet, dan legt de gemeente een maatregel op. |
|
Laatst bijgewerkt op 31-05-2017
Houdt u zich niet aan uw arbeidsplicht?
Dan verlaagt de gemeente misschien tijdelijk uw uitkering.
De re-integratieplicht is de plicht om alles te doen (of juist niet te doen) om zo snel mogelijk (weer) betaald werk te krijgen. Oftewel, u moet zo snel mogelijk re-integreren.
Vraagt u een bijstandsuitkering aan, of heeft u een uitkering? En heeft u nog niet de AOW-leeftijd? Dan maakt de gemeente waarschijnlijk samen met u een plan om (weer) snel aan werk te komen. Dat plan heet het re-integratietraject.
Uw re-integratietraject
Met de gemeente maakt u afspraken voor uw re-integratietraject. Bijvoorbeeld over:
- Gesprekken bij een re-integratiebureau;
- Een onderzoek naar uw mogelijkheden om werk te vinden. Bijvoorbeeld een beroepskeuzetest, of een psychologisch onderzoek. Of een medische keuring.
- Uw meewerken als de gemeente u een voorziening aanbiedt om sneller aan werk te komen.
- Wat er gebeurt als u zich niet aan de afspraken houdt.
Voorzieningen van de gemeente om sneller aan werk te komen
Is het lastig voor u om werk te vinden? Dan biedt de gemeente u soms een voorziening aan om u daarbij te helpen, zoals:
- een cursus of een opleiding;
- werken terwijl u uw uitkering houdt. Bijvoorbeeld op een participatieplaats of meedoenplek;
- loonkostensubsidie;
- een bijdrage voor kinderopvang;
- persoonlijke hulp van een jobcoach;
- hulp bij leer-werktraject;
- beschut werk.
Andere voorzieningen van de gemeente
Bijvoorbeeld:
- sociale activering, voor als u eigenlijk wel (weer) zou willen werken, maar nog niet helemaal klaar bent voor een betaalde baan;
- dagbesteding;
- revalidatie;
- het voorkomen van eenzaamheid.
Houdt u zich niet aan uw verplichtingen?
Werkt u niet goed mee aan uw re-integratie? Of houdt u zich niet aan uw afspraken? Dan krijgt u misschien een waarschuwing van de gemeente. Of zij verlaagt tijdelijk uw uitkering
De gemeente heeft het volgende bepaald:
Regels van ISD Brabantse Wal
Als u een re-integratietraject tussentijds verwijtbaar beëindigt, zal de gemeente overwegen uw bijstand tijdelijk te verlagen, als u bijstand ontvangt.
Als u niet, of niet voldoende meewerkt aan een re-integratietraject kan de gemeente het traject beëindigen. Als u bijstand ontvangt zal de uitkering dan mogelijk verlaagd worden.
Laatst bijgewerkt op 16-09-2015
Vraag u een uitkering aan? Dan bent u vanaf dat moment verplicht om te zorgen dat uw Nederlands voldoende is. Of dat u Nederlands leert. Dat staat in de wet Taaleis. U moet namelijk voldoende Nederlands kunnen spreken om werk te kunnen vinden.
Hoe bewijst u dat uw Nederlands voldoende is?
- u kunt laten zien dat u acht jaar Nederlandstalig onderwijs heeft gehad;
- u slaagt voor de taaltoets. Kunt u niet op een andere manier laten zien dat uw Nederlands voldoende is? Dan moet u de taaltoets doen. Van de gemeente hoort u hier meer over;
- u heeft het diploma inburgering;
- u kunt een ander document laten zien, waaruit blijkt dat uw Nederlands voldoende is. De gemeente bepaalt of dat voldoet.
Is uw Nederlands niet voldoende?
Dan moet u het leren. Vraag bij de gemeente hoe u dat het beste kunt doen. Binnen een maand na uw bijstandsaanvraag moet u ermee beginnen.
Leert u geen Nederlands, of doet u er niet genoeg moeite voor? Of wilt u de taaltoets niet doen? Dan verlaagt de gemeente misschien uw uitkering.
Kunt u geen Nederlands leren? Bijvoorbeeld omdat u analfabeet bent of om een medische reden. Bespreek dat dan bij de gemeente. Misschien hoeft u het dan niet te leren.
Regels van ISD Brabantse Wal
Als u een aanvraag indient voor een bijstandsuitkering, dan moet u een verklaring overleggen waaruit blijkt dat u de Nederlandse taal voldoende beheerst.
Dat kan een van de volgende verklaringen zijn:
een eigen verklaring waaruit blijkt dat u vanaf uw 5e levensjaar tot en met het 16e levensjaar in Nederland hebt gewoond;
een eigen verklaring waaruit blijkt dat u beschikt over een diploma inburgering;
een eigen verklaring waaruit blijkt dat u een ander document heeft waaruit blijkt dat u de Nederlandse taal voldoende beheerst.
Taaltoets
Als u bij de aanvraag om een bijstandsuitkering niet een eigen verklaring overlegt, waaruit blijkt dat u de Nederlands taal voldoende beheerst, dan moet u een taaltoets doen. De taaltoets wordt u afgenomen binnen 8 weken nadat u de beslissing hebt gekregen dat u in aanmerking komt voor een bijstandsuitkering.
Geen taaltoets
Soms hoeft u geen taaltoets te doen. Dat is het geval als:
- u in een door de gemeente aangeboden traject zit om te gaan werken;
- u bent begonnen met een traject in het kader van de inburgering;
- u kunt er volgens de gemeente niets aan doen dat u de Nederlandse taal onvoldoende machtig kunt worden.
Trajectplan
Als uit de taaltoets blijkt dat u de Nederlandse taal onvoldoende beheerst, dan krijgt u hierover een gesprek met de gemeente. In dat gesprek moet u zich bereid verklaren om binnen een maand te beginnen met het leren van de Nederlandse taal. Deze verklaring wordt opgenomen in een trajectplan. U moet dat trajectplan ondertekenen.
Verplichting om mee te werken
Als u volgens de gemeente niet of onvoldoende meewerkt aan de taaltoets aan het trrajectplan, dan kan de gemeente uw bijstandsuitkering tijdelijk verlagen.
Laatst bijgewerkt op 29-08-2016
De tegenprestatie is onbetaald nuttig werk voor de samenleving. Daarmee doet u iets terug voor uw uitkering. Vanaf het moment dat u een uitkering aanvraagt, kan de gemeente u vragen zo’n tegenprestatie te doen. U bent verplicht om daaraan mee te werken. Dat geldt als u 18 jaar of ouder en nog niet met pensioen bent. Bent u gehuwd? Dan geldt dit ook voor uw partner.
Hoe werkt een tegenprestatie?
- Een tegenprestatie is tijdelijk.
- Het werk kost u maar een (klein) deel van de werkweek.
- Uw re-integratietraject gaat intussen gewoon door.
- De tegenprestatie is géén onderdeel van uw re-integratietraject.
- Kunt u betaald werk krijgen? Dan stopt of verandert uw tegenprestatie meteen, zodat u het betaalde werk kunt aannemen.
- Uw tegenprestatie is niet gelijk aan het werk van een betaalde werknemer.
Waar houdt de gemeente rekening mee?
Bij uw tegenprestatie houdt de gemeente zoveel mogelijk rekening met
- uw wensen;
- uw persoonlijke situatie, zoals uw leeftijd, opleiding, werkervaring en uw talenten;
- uw andere activiteiten in de samenleving, bijvoorbeeld uw vrijwilligerswerk.
Wanneer hoeft u geen tegenprestatie te doen?
Soms beslist de gemeente dat u geen tegenprestatie hoeft te doen. Dat kan bijvoorbeeld als u lange tijd voor iemand zorgt die ziek is, zonder dat u daarvoor wordt betaald, dus als u mantelzorger bent.
Houdt u aan uw verplichtingen
Als de gemeente een tegenprestatie van u vraagt, bent u verplicht daaraan mee te werken.
Doet u dat niet? Dan verlaagt de gemeente misschien uw uitkering.
De gemeente heeft het volgende bepaald:
Regels van ISD Brabantse Wal
De gemeente kan van u, als u bijstand ontvangt, een tegenprestatie verlangen. Voor Brabantse Wal geldt het volgende:
Voor wie geldt deze verplichting
Personen die bijstand ontvangen en 18 jaar of ouder zijn maar de pensioengerechtigde
leeftijd nog niet hebben bereikt en die een uitkering levensonderhoud ontvangen op grond van de wet.
Welke tegenprestatie kan van u verlangd worden?
De gemeente kan verlangen dat u, onbetaalde, nuttige werkzaamheden verricht;
Wanneer hoeft u geen tegenprestatie te verrichten?
U hoeft geen tegenprestatie te verrichten in de volgende situaties:
- u bent mantelzorger,
- u verricht vrijwilligerswerk van een bepaalde omvang,
- u neemt deel aan een re-integratietraject,
- u werkt in deeltijd ten minste 16 uur per week,
- u bent alleenstaande ouder en ontheven van de arbeidsplicht omdat u een kind heeft dat jonger is dan 5 jaar of
- u bent volledig en blijvend arbeidsongeschikt.
- u heeft medische, psycho-sociale en/of psychische belemmeringen die zo ernstig zijn dat van u geen tegenprestatie verlangd mag worden. In dat geval duurt de ontheffing maximaal een jaar.
Omvang tegenprestie
De tegenprestatie kost u maximaal 16 uur per week, gedurende maximaal een half jaar. Na afloop van dat halve jaar kan opnieuw een tegenprestatie van u worden gevraagd.
Zelf zoeken naar invulling
U moet in principe zelf aangeven hoe u de tegenprestatie wenst te leveren. Kunt u dat niet zelf dan ontvangt u van uw klantmanager voorlichtingsmateriaal en een lijst van organisaties bij wie u mogelijk nuttige werkzaamheden kunt verrichten.
Maatregel
Als u niet of niet voldoende meewerkt aan de tegenprestatie kan dat gevolgen hebben voor uw uitkering.
Laatst bijgewerkt op 16-04-2020
Vraagt u een bijstandsuitkering aan en bent u jonger dan 27 jaar? Dan bent u verplicht om te kijken of u een opleiding kunt volgen. Daarvoor krijgt u vier weken de tijd.
Heeft u geen partner of is uw partner ook jonger dan 27?
Dan moet u na uw aanvraag eerst vier weken naar een opleiding zoeken of naar werk. Na die vier weken kunt u de bijstand pas definitief aanvragen. Daarbij levert u de bewijzen van uw zoektocht in.
Heeft u een partner die 27 jaar of ouder is?
Dan kunt u samen de bijstand meteen definitief aanvragen. Na uw aanvraag bent u wel verplicht om eerst vier weken lang naar een opleiding te zoeken. Na die vier weken levert u de bewijzen van uw zoektocht in en dan gaat de gemeente verder met de behandeling van uw aanvraag.
Wat gebeurt er na uw zoektocht van vier weken?
In de tabel hieronder leest u wat u in die vier weken kunt vinden. En wat er dan met uw bijstandsaanvraag gebeurt.
Vindt u een opleiding? |
Wat gebeurt er met de bijstand? |
U vindt een geschikte opleiding en u krijgt studiefinanciering, |
Als u aan alle voorwaarden voldoet, heeft u recht op een uitkering, totdat u met de opleiding kunt beginnen. |
U vindt een geschikte (BBL-)opleiding. U krijgt daar géén studiefinanciering voor, maar u werkt ernaast en verdient geld. |
Verdient u volgens de wet niet genoeg om van te leven? Dan heeft u recht op een aanvullende uitkering, als u aan alle voorwaarden voldoet. |
U vindt een geschikte opleiding of cursus. U krijgt daar géén studiefinanciering voor en heeft ook geen andere inkomsten. |
Dan beslist de gemeente of u naast deze opleiding recht heeft op een uitkering. Ook als u verder aan alle voorwaarden voldoet. |
U vindt een geschikte opleiding, maar wilt de opleiding toch niet gaan doen. |
U heeft geen recht op bijstand. |
U vindt geen opleiding die u kunt gaan doen. |
Dan moet u bewijzen dat u echt naar een opleiding heeft gezocht en er geen opleiding is die u kunt volgen. Van de gemeente hoort u welke bewijzen u daar precies voor nodig heeft. Dat kunnen uw diploma’s zijn of bijvoorbeeld een negatief studieadvies van een school. Beslist de gemeente dat uw bewijzen voldoen? Dan heeft u recht op een uitkering, als u aan alle voorwaarden voldoet. |
Levert u de informatie niet binnen die vier weken in?
Misschien verlaagt de gemeente dan uw uitkering als u die krijgt. U krijgt wel tijd om de informatie toch nog in te leveren. Dit is de aanvultermijn.
Levert u ze dan nog niet in? Dan kan de gemeente niet bepalen of u recht heeft op een uitkering en krijgt u geen uitkering.
Volgens de wet bent u zelf verantwoordelijk voor de kosten van uw eigen leven. Daarom moet u alles doen (of juist niet doen) om te zorgen dat u geen bijstand nodig heeft.
Heeft u bijstand nodig, terwijl u dat had kunnen voorkomen? Of had u ervoor kunnen zorgen, dat u het nu nog niet nodig had? Dan heeft u te weinig besef van verantwoordelijkheid.
U krijgt dan wel bijstand, als u aan alle voorwaarden voldoet, maar misschien verlaagt de gemeente uw uitkering of krijgt u een waarschuwing. Of u krijgt uw bijstand helemaal of gedeeltelijk te leen en dan moet u die dus terugbetalen.
Wanneer heeft u niet genoeg besef van verantwoordelijkheid?
Hieronder leest u een aantal voorbeelden van te weinig besef van verantwoordelijkheid.
- Voordat u bijstand aanvroeg had u betaald werk. Maar u bent uw werk door uw eigen schuld kwijtgeraakt. U had dus moeten zorgen dat u uw werk hield.
- U bent ontslagen, maar dat mocht waarschijnlijk niet van de wet. Toch bent u er niet bij de rechter tegenin gegaan. Als u dat wel had gedaan, had u nu misschien uw werk nog.
- Voordat u bijstand aanvroeg had u genoeg eigen geld, maar u heeft het te snel opgemaakt of u heeft er iets mee betaald dat u niet echt nodig had. Anders had u nog een tijdje van uw eigen geld kunnen leven.
- U had eigenlijk recht op een andere uitkering, maar door uw eigen schuld krijgt u die niet (meer). U had dus moeten zorgen dat u die andere uitkering (nog) wel kreeg.
- U heeft iets waardevols verkocht voor een te lage prijs, bijvoorbeeld een huis of een auto. Of u heeft het zelfs weggegeven. U wist dat u snel daarna bijstand nodig zou hebben. U had dus een goede prijs moeten vragen, dan had u nog een tijdje van dat geld kunnen leven. Misschien vraagt de gemeente zelfs een deel van uw bijstand terug van de persoon aan wie u een goede prijs had moeten vragen.
- U bent gescheiden en bij de verdeling van de boedel krijgt u te weinig. U had dus moeten zorgen dat de verdeling eerlijker gebeurde, dan had u nu minder of geen bijstand nodig.
- U kreeg nog geld (bijvoorbeeld een ontslagvergoeding) en daarmee heeft u schulden afgelost die niet per se moesten worden afgelost. Van dat geld had u nog een tijdje kunnen leven.
U moet zich goed gedragen tegenover de medewerkers bij de gemeente zowel fysiek als met uw taalgebruik.
U mag dus niet:
- schoppen, slaan, of met spullen gooien. Of hiermee dreigen;
- schade veroorzaken. Bijvoorbeeld aan het gebouw of aan meubels;
- schelden of bang maken van medewerkers bij de gemeente;
- discrimineren.
Gedraagt u zich niet goed bij de gemeente?
Dan verlaagt de gemeente misschien uw uitkering. Als u iets vernielt moet u bovendien een schadevergoeding betalen. Bedreigt of mishandelt u iemand bij de gemeente of bij het UWV? Dan doen zij aangifte bij de politie.
De gemeente kan, als u dat wilt, uw belangrijkste kosten voor u betalen zoals de huur van uw woning en gas, water en elektriciteit.
De kosten die de gemeente voor u betaalt, trekt zij van uw uitkering af. U krijgt dan dus minder uitkering uitbetaald. Hiervoor heeft de gemeente uw toestemming nodig.
Vindt de gemeente dat u zelf verstandig met uw geld kunt omgaan? Dan krijgt u uw hele uitkering weer zelf en moet u zelf de kosten weer betalen.
Vraagt u een bijstandsuitkering aan? Dan bent u verplicht om met een geldig legitimatiebewijs te bewijzen wie u bent. Dat kan een paspoort of een identiteitskaart zijn. Uw rijbewijs is niet goed, omdat daar uw nationaliteit niet op staat.
Heeft u niet de Nederlandse nationaliteit?
Dan moet u ook een verblijfsvergunning laten zien.
Heeft u bij uw aanvraag geen geldig legitimatiebewijs bij u?
Dan krijgt u tijd om het alsnog te laten zien of om er een te kopen. Dat is de hersteltermijn. Kunt u in die termijn nog steeds geen legitimatiebewijs laten zien? Dan krijgt u waarschijnlijk geen uitkering.
Geld voor een legitimatiebewijs
Normaal gesproken krijgt u geen geld van de gemeente om een legitimatiebewijs te kopen.
Afhankelijk van uw persoonlijke situatie, kunt u ook nog andere verplichtingen van de gemeente krijgen:
- als u medische klachten heeft, moet u misschien medische hulp zoeken;
- bent u gescheiden? Of heeft u volgens de wet recht op kinderalimentatie? Dan moet u misschien alimentatie aanvragen bij de rechter;
- had u misschien recht op een andere uitkering, maar is die afgewezen? Dan moet u tegen die afwijzing waarschijnlijk een bezwaarschrift indienen, want als u die uitkering toch krijgt, heeft u minder of geen bijstand nodig;
- als u verslaafd bent, moet u misschien meewerken aan een afkicktraject.
Houdt u zich niet aan uw verplichtingen?
Dan verlaagt de gemeente misschien uw uitkering.
Komt u uw verplichtingen niet na? Dan beslist de gemeente óf zij uw uitkering verlaagt, met hoeveel en voor hoelang. Het officiële besluit hierover krijgt u in een brief.
De regels voor het verlagen van uw uitkering
De regels voor het verlagen van uitkeringen staan in de afstemmingsverordening. Die verordening maakt elke gemeente zelf. Er staat in wanneer de gemeente een uitkering verlaagt, met hoeveel en voor hoelang.
Informatie zoals hoe de gemeente de verlaging regelt kunt u hieronder zien:
Regels van ISD Brabantse Wal
Als u verplichtingen die voor u gelden niet bent nagekomen, dan kan de gemeente uw uitkering verlagen. In sommige gevallen kan de gemeente besluiten om af te zien van het opleggen van een verlaging of het geven van een waarschuwing in plaats van een verlaging. Het kan ook zo zijn dat de gemeente in sommige gevallen afwijkt van de hieronder genoemde verlagingen.
De gemeente kan uw uitkering als volgt verlagen:
Verplichtingen met betrekking tot de arbeidsinschakeling | |
Eerste categorie
|
10% van de bijstandsnorm tijdens 1 maand |
Tweede categorie
|
30% van de bijstandsnorm tijdens 1 maand |
Derde categorie
|
40% van de bijstandsnorm tijdens 1 maand |
Vierde categorie
|
100% van de bijstandsnorm tijdens 1 maand |
Vijfde categorie
|
100% van de bijstandsnorm tijdens 1 maand |
Overige gedragingen | |
U bent een verplichting als bedoeld in artikel 57 Participatiewet niet of onvoldoende nagekomen, zoals medewerking verlenen aan budgettering. |
30% van de bijstandsnorm tijdens 1 maand |
U bent de opgelegde verplichting om mee te werken aan de vestiging van het recht van pand of hypotheek als meerdere zekerheid voor terugbetaling van bijstand in de vorm van een geldlening niet nagekomen. |
100% van de bijstandsnorm tijdens 1 maand |
U als zelfstandige bijstand ontvangt en niet naar behoren een administratie voert dan wel een opgelegde verplichting ter bevordering van een doelmatige bedrijfs- of beroepsuitoefening niet dan wel in onvoldoende mate nakomt. |
40% van de bijstandsnorm tijdens 1 maand
|
Als u tekortschietend besef van verantwoordelijkheid voor de voorziening in het bestaan heeft betoond, dan legt de gemeente een maatregel op over de periode dat u als gevolg van uw gedrag eerder of langer dan wel een groter beroep op bijstand moet doen.
|
|
Als u zich zeer ernstig misdraagt tegenover personen en instanties die belast zijn met de uitvoering van de Participatiewet, dan legt de gemeente een maatregel op. |
|
Laatst bijgewerkt op 31-05-2017